Volleybal

Hieronder vindt u de belangrijkste voorschriften, richlijnen en aanbevelingen die gelden voor volleybal.

Algemeen

De volleybalbond onderscheidt een groot aantal speelniveaus en in de meeste sporthallen passen meerdere velden. Omdat de voorschriften zijn opgesteld per niveau, is het bij het ontwerpen en inrichten van een sportaccommodatie van belang om te weten op welk niveau er gevolleybald gaat worden en wat het ambitieniveau van de volleybalvereniging is.

Afmetingen speelveld

Bij volleybal zijn de afmetingen van de speelvelden, de obstakelvrije uitloop, de opstelruimte en de obstakelvrije speelhoogte afhankelijk van het niveau waarop gespeeld wordt in een accommodatie.

De voorschriften en richtlijnen hiervoor staan in onderstaande tabel.
Tekeningen met alle bijbehorende afmetingen staan in dit bestand.

NiveauAfmeting veld (lengte x breedte)Obstakelvrije hoogteObstakelvrije uitloop, lange zijdeObstakelvrije uitloop, korte zijde
Eredivisie18 x 9 meter9 meter5 meter6,5 meter
Superdivisie18 x 9 meter7 meter5 meter5 meter
Topdivisie18 x 9 meter7 meter5 meter5 meter
Eerste & tweede divisie18 x 9 meter7 meter3 meter3 meter
Derde divisie, promotieklasse & eerste klasse. A-, B- en C-jeugd top en hoofdklasse18 x 9 meter7 meter2 meter2 meter
Zitvolleybal (Eredivisie, eerste divisie, tweede divisie)10 x 6 meter7 meter3 meter3 meter
A-, B-, C-jeugd eerste klasse18 x 9 meter7 meter2 meter2 meter
A-, B-jeugd tweede & derde klasse18 x 9 meter7 meter1 meter1 meter
C-jeugd tweede & derde klasse14 x 9 meter5 meter1 meter1 meter
CMV-jeugd niveau 1 t/m 49 x 6 meter5 meter1 meter1 meter
CMV-jeugd niveau 5 en 612 x 6 meter5 meter1 meter1 meter

Voorschriften volleybal

Omdat de voorschriften afhangen van het speelniveau, is het bij het ontwerpen en inrichten van een sportaccommodatie van belang om te weten op welk niveau er gespeeld gaat worden en wat het ambitieniveau van de vereniging is. Het aantal speelvelden en de wijze waarop deze worden geplaatst in de wedstrijdruimte is dus maatwerk. 

Het aantal benodigde speelvelden is bepalend voor de afmetingen van een sportaccommodatie.

Wij maken optimale indelings- en belijningsplannen voor nieuwe en bestaande sporthallen. Neem contact met ons op. 

De afmetingen van het speelveld volleybal zijn inclusief de belijning.
De afmetingen verschillen per niveau.
Zie voor de precieze afmetingen bovenstaande tabel
.

Bij de ruimte tussen velden moet rekening worden gehouden met de obstakelvrije uitloop en de opstelruimte (aan één zijde), per niveau volgens de tabel.

Rondom elk speelveld ligt een veiligheidszone: de uitloopruimte. Deze ruimte moet altijd vrij blijven van obstakels, dus ook de spelersbanken en tafel voor de tellers. De eisen voor deze vrije uitloopzone staan in bovenstaande tabel.

Aan één lange zijde van het veld moet rekening zijn gehouden met de opstelruimte voor een jury/teltafel en de zitplaatsen voor staf en wisselspelers. Ook deze opstelruimte verschilt per niveau:

Eredivisie, superdivisie en topdivisie
4 meter

Overige klassen en divisies
1 meter

De obstakelvrije hoogte van de wedstrijdruimte verschilt per niveau (zie bovenstaande tabel). Vermeld zijn de minimale hoogtes; hoger mag altijd. 

Voor wedstrijdniveau’s waarbij een lagere obstakelvrije hoogte is toegestaan dan 7 meter, is het mogelijk om in een sporthaldeel te spelen waar boven dat specifieke veld obstakels hangen, bijvoorbeeld een ringenstel voor bewegingsonderwijs. 

Breedte
De belijning is 50 mm breed.
De belijning van velden voor CMV-jeugd is ten minste 35 mm breed.

Kleur
De kleur van de belijning contrasteert voldoende met het speelveld en met de lijnen van de andere sporten in de accommodatie.
De kleur van de belijning is geel. Mits goed gemotiveerd mag hiervoor van worden afgeweken.
Als er een centrecourt volleybal wordt aangebracht in combinatie met sidecourts dan is de kleur van de lijnen van het centrecourt wit.
De kleur van de belijning van velden voor CMV-jeugd wijkt altijd af van de kleur van de belijning van het reguliere veld.

7-meterlijn
Op een standaard speelveld van 18 x 9 meter is een 7-meterlijn aangebracht, indien het veld gebruikt wordt door jeugd in de tweede en derde klasse C.

De 7-meterlijn bestaat uit 2 smalle lijnen en een tussenruimte of de enkelvoudige 7-meterlijn heeft een totale breedte van 35 mm.

Toelichting
Beide opties voor de belijning van de 7-meterlijn zijn toegestaan. De uitvoering met 2 smalle lijnen heeft de voorkeur, maar de keuze is afhankelijk van het belijningsplan.

Aan weerszijden van de middellijn staat een volleybalzuil voor de ophanging van het volleybalnet.
Een volleybalzuil is voorzien van netspanners.
Het net kan worden opgehangen op de hoogte die past bij het niveau.

Bij de eredivisie, superdivisie en topdivisie zijn veiligheidskussens (paddings) aan de palen verplicht.
Voor de eerste divisie en lager is dat een aanbeveling.

Volleybalzuilen moeten onwrikbaar vast gezet kunnen in een vaste grondpot. Er mogen geen spandraden aan de zuilen zitten. De grondpotten liggen op een afstand van ten minste 500 mm buiten de zijlijnen en ten hoogste 1.000 mm buiten de zijlijnen.

Er moet een nethoogtemeter zijn.

Hoogte
De hoogte van het net wordt in het midden van het speelveld gemeten.
Boven de twee zijlijnen moet de hoogte precies gelijk zijn.

Lengte & breedte
De lengte van het net is afgestemd op de breedte van het speelveld.
Het net is 1.000 mm breed.
Voor zitvolleybal is het net is 800 mm breed.

Kleur
De kleur van het net is zwart maar hiervan mag gemotiveerd van worden afgeweken.

Opbouw van het net
Het net heeft vierkante mazen van ten minste 45 mm x 45 mm en ten hoogste 100 mm x 100 mm.
De bovenzijde en onderzijde van het net zijn over de gehele lengte van het net voorzien van een witte netrand.

Aan het net zijn aan beide zijden twee verticale witte zijbanden aangebracht.
Een zijband is recht boven elke zijlijn aan het net aangebracht.
De zijbanden maken deel uit van het net.

Het net loopt ten minste 250 mm en ten hoogste 500 mm door vanaf de buitenzijde van de zijbanden.

Antenne
Aan de buitenkant van elke zijband is een antenne bevestigd. Deze is gemaakt van glasfiber, of ander buigzaam materiaal. De antenne is gekleurd met twee verschillende contrasterende kleurstroken.
De kleurstroken zijn rood en wit. (Dit is een aanbeveling, het is dus toegestaan dat dit ander kleuren zijn). Een antenne is 1.800 mm lang en steekt 800 mm boven het net uit.
De kleurstroken zijn 100 mm.

In de eredivisie, superdivisie, topdivisie en eerste en tweede divisie is een houten stok aan of in de zijkant van het net niet toegestaan.

In de derde divisie en lager is een houten stok aan of in de zijkant van het net wel toegestaan.

De gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van de wedstrijdruimte bij wedstrijden van de eredivisie is ten minste 800 Lux.

De gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van de wedstrijdruimte bij wedstrijden van de topdivisie en superdivisie is ten minste 500 Lux.

De gemiddelde horizontale verlichtingssterkte van de wedstrijdruimte bij wedstrijden van de eerste divisie en lager is ten minste 350 Lux.

Er is voor ieder veld een scheidsrechtersplatform voor wedstrijden beschikbaar.
Let op: er wordt expliciet gesproken over een platform en geen scheidsrechterstoel waarop alleen maar kan worden gezeten; de scheidsrechter moet staan.

In de eredivisie, superdivisie en topdivisie moet het scheidsrechtersplatform in hoogte 
verstelbaar zijn, zodat de ooghoogte van de scheidsrechter is in te stellen op 500 mm boven het net.
Het platform is niet verbonden aan, of bevestigd aan een volleybalzuil.

Voor de eerste divisie en lager is een verstelbaar scheidsrechtersplatform een aanbeveling maar
niet verplicht.

Het aantal tribuneplaatsen in een accommodatie waar wedstrijden van de eredivisie worden gespeeld is ten minste 400.

Het aantal tribuneplaatsen in een accommodatie waar wedstrijden van de topdivisie, de superdivisie, de eerste divisie en de tweede divisie worden gespeeld is ten minste 200.

Het aantal tribuneplaatsen in een accommodatie waar wedstrijden in de derde divisie en lager worden gespeeld is ten minste 50.

Een sportvereniging is meer dan een plek waar mensen sporten. Naast het faciliteren van trainingen en wedstrijden is een volleybalvereniging ook een plek waar mensen elkaar ontmoeten, vrienden maken, vrijwilligerswerk doen, leren hoe met elkaar om te gaan en normen en waarden leren. Het sociale aspect van een vereniging is enorm belangrijk en zorgt daarmee voor sociale cohesie in een buurt, wijk en stad.

Om dat sociale aspect te stimuleren is in een indoor sportaccommodatie meer nodig dan alleen een goede sportvloer, kleedkamers en sportmaterialen. Een kantine/horecagelegenheid in een sporthal mag niet ontbreken. Dat is namelijk dé plek waar dat sociale aspect vorm krijgt: een ontmoetingsplek voor de leden en daarmee hét cement voor een bloeiende sportvereniging!

Er zijn nog veel meer zaken waarmee je rekening moet houden als je een sporthal gaat bouwen en inrichten. Hoe plaats je de velden bijvoorbeeld naast elkaar? Denk verder aan ruimte voor de toeschouwers, scheidsrechters, transport voor materialen, scheidingswanden, grondpotten etc. Je kunt ook bij NISAV terecht voor exploitatieplannen van de kantine. 

Contact

NISAV is opgericht door de sportbonden voor badminton, basketbal, handbal en volleybal en beheert de sporttechnische eisen voor die sporten. Wij maken o.a. optimale belijningsplannen die voldoen aan alle bondseisen en adviseren bij alle accommodatie-gerelateerde vragen.